ECLI:NL:RBDHA:2025:5615
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake aanvraag machtiging tot voorlopig verblijf voor familie en gezin
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.E. Jalandoni, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel 'familie en gezin'. De aanvraag is op 15 augustus 2024 door de minister ontvangen, en de beslistermijn is verlengd met drie maanden, wat betekent dat de minister uiterlijk op 13 februari 2025 had moeten beslissen. Eiseres heeft de minister op 6 januari 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling te vroeg is gedaan, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiseres kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en kan de hoogte van een eventuele dwangsom niet vaststellen, omdat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is op 2 april 2025 openbaar gemaakt.