ECLI:NL:RBDHA:2025:5658
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de maatregel van bewaring en verzoek om schadevergoeding in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel, opgelegd op 30 december 2024, is eerder getoetst in een uitspraak van 20 januari 2025. De rechtbank onderzoekt of de maatregel van bewaring rechtmatig is, met name of er zicht op uitzetting bestaat en of de minister van Asiel en Migratie voldoende voortvarend handelt. Eiser stelt dat er geen zicht op uitzetting is en dat de minister onvoldoende voortvarend handelt, verwijzend naar non-statements van de Marokkaanse en Algerijnse autoriteiten. De minister betwist de ontvangst van deze non-statements en stelt dat de informatie hierover onjuist is weergegeven. De rechtbank concludeert dat er voldoende aannemelijk is dat geen non-statements zijn ontvangen en dat er zicht op uitzetting bestaat. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld en verklaart het beroep ongegrond. Echter, vanwege een onzorgvuldigheid in de communicatie over de non-statements, veroordeelt de rechtbank de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.814,00. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.