Uitspraak
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van een Senegalese eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser heeft op 22 november 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de minister van Asiel en Migratie op 2 december 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser heeft vervolgens op 10 december 2024 een opvolgende asielaanvraag ingediend, die eveneens is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 12 maart 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de asielaanvraag op goede gronden is gebeurd. Eiser heeft verklaard dat hij vanwege zijn homoseksualiteit en Christendom vreest voor zijn veiligheid bij terugkeer naar Senegal. De rechtbank oordeelt echter dat Senegal als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, met uitzondering van LHBTI+ personen en strafrechtelijk vervolgden. De rechtbank vindt de verklaringen van eiser over zijn seksuele geaardheid en zijn bekering tot het Christendom niet geloofwaardig, en concludeert dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Senegal. De rechtbank wijst het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening af, en kent geen proceskostenvergoeding toe.