ECLI:NL:RBDHA:2025:6002
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met spoedeisend karakter
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op het verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag van de verzoeker, die een V-nummer heeft, met het besluit van 27 februari 2025 niet in behandeling genomen. Hiertegen heeft de verzoeker bezwaar gemaakt. Vanwege het spoedeisende karakter van het verzoek om een voorlopige voorziening heeft er geen openbare behandeling plaatsgevonden.
De verzoeker heeft op 14 maart 2025 een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Op 27 maart 2025 is bezwaar gemaakt tegen het besluit van 27 februari 2025 en op 30 maart 2025 is een aanvullend verzoekschrift ingediend. Op 9 april 2025 heeft de verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om met spoed uitspraak te doen, omdat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers heeft aangegeven dat de opvangvoorzieningen op 10 april 2025 zullen worden beëindigd. De voorzieningenrechter heeft besloten om bij wijze van ordemaatregel een voorlopige voorziening te treffen, omdat het niet mogelijk is om op zo'n korte termijn zorgvuldig uitspraak te doen.
De voorzieningenrechter heeft de rechtsgevolgen van het bestreden besluit van 27 februari 2025 geschorst tot de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening is gedaan. Dit betekent dat de opvangvoorzieningen tot die tijd niet mogen worden beëindigd. De uitspraak is telefonisch gedaan op 9 april 2025 en op schrift gesteld op 10 april 2025. Tegen deze mondelinge uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.