Uitspraak
HetRECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 1 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie aan eiser, die stelt de Algerijnse nationaliteit te hebben, de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft de zaak op 9 april 2025 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. Tijdens de zitting heeft verweerder aanvullende informatie verstrekt over de bekendmaking van het terugkeerbesluit van 14 oktober 2024. De rechtbank heeft het onderzoek op 11 april 2025 gesloten.
Eiser voerde aan dat verweerder niet heeft voldaan aan de informatieplicht, omdat hij geen informatiefolder had ontvangen. De rechtbank oordeelde echter dat de informatiefolder wel degelijk was uitgereikt in de Arabisch Algerijnse taal en dat eiser op de hoogte was van de redenen voor zijn bewaring. De rechtbank concludeerde dat de informatieplicht was nageleefd.
Daarnaast betwistte eiser de gronden voor de maatregel van bewaring, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder het terugkeerbesluit op de juiste wijze had bekendgemaakt. De rechtbank stelde vast dat eiser de overige gronden niet had betwist en dat deze voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.