In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een eenmalige energietoeslag 2022. De aanvraag werd door het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp afgewezen op 14 februari 2023, omdat het inkomen van eiseres in de referteperiode hoger was dan de geldende bijstandsnorm. Eiseres, een student die een kamer huurt en studiefinanciering ontvangt, had haar aanvraag op 31 december 2022 ingediend. Het college handhaafde de afwijzing in een bestreden besluit op 30 mei 2023, waarbij het argument werd aangevoerd dat de aanvraag te laat was ingediend en dat het inkomen van eiseres boven de norm lag. De rechtbank oordeelt dat de indieningstermijn niet meer relevant is, omdat het bezwaar inhoudelijk is beoordeeld. De rechtbank concludeert dat het college terecht heeft geoordeeld dat eiseres geen recht heeft op de energietoeslag, omdat haar gemiddelde maandinkomen in de referteperiode € 1.291,93 was, wat hoger is dan de bijstandsnorm van € 1.257,-. De rechtbank wijst erop dat de energietoeslag een vorm van bijzondere bijstand is, bedoeld voor huishoudens met een laag inkomen, en dat het college bij de uitvoering van deze regeling beslissingsruimte heeft. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van griffierecht of proceskosten ontvangt.