ECLI:NL:RBDHA:2025:6623

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 april 2025
Publicatiedatum
18 april 2025
Zaaknummer
NL25.4362
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot Dublin-overdracht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 april 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. Verzoekers, bestaande uit een Libanese vrouw en haar minderjarige kinderen van Nigeriaanse nationaliteit, hebben een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag is door de Minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 7 april 2025, waarbij verzoekster en haar gemachtigde aanwezig waren, terwijl de minister werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak in de aanhangige zaak NL25.4361, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, in aanwezigheid van griffier R. de Boer, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.4362

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam 1] , verzoekster,

geboren op [geboortedatum 1] ,
van Libanese nationaliteit,
V-nummer: [nummer 1]
mede namens haar minderjarige kinderen:

[naam 2] ,

geboren op [geboortedatum 2] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 2]
[naam 3],
geboren op [geboortedatum 3] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 3]
[naam 4],
geboren op [geboortedatum 4] ,
van Nigeriaanse nationaliteit,
V-nummer: [nummer 4]
hierna: verzoekers,
(gemachtigde: mr. H.J. Janse),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister

(gemachtigde: mr. K. Jansen).

Procesverloop

1. Bij besluit van 28 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekers tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
1.1.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL25.4361 (het beroep), op 7 april 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde.

Overwegingen

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.4361, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier, en openbaar gemaakt door middel van gepseudonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is openbaar gemaakt en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.