Op 23 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Katwijk, met zaaknummer SGR 24/6442. Deze uitspraak volgt op een tussenuitspraak van 28 januari 2025, waarin de rechtbank het college de gelegenheid gaf om een geconstateerd gebrek in het bestreden besluit te herstellen. Het geschil betreft de plaatsing van dakkapellen en dakvensters op een woning in Katwijk, waarbij de eiser betwist dat de dakkapel voldoet aan de welstandscriteria. De rechtbank oordeelt dat het college zich niet op het nieuwe welstandsadvies kan baseren, omdat dit advies niet zorgvuldig is opgesteld. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verklaart het beroep gegrond. Eiser krijgt het betaalde griffierecht vergoed en het college wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 2.267,50. De rechtbank benadrukt dat de dakkapel niet volledig voldoet aan de objectgerichte welstandscriteria en dat de aanwezigheid van dakvensters niet correct is meegewogen in het welstandsadvies. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.