ECLI:NL:RBDHA:2025:6748
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Rechtmatigheid van de maatregel van bewaring in asielprocedure
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, op 18 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een eiser van Marokkaanse nationaliteit. De minister van Asiel en Migratie had op 31 december 2024 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring rechtmatig is, ondanks de argumenten van eiser dat de detentie te lang duurt en dat de minister een lp-aanvraag heeft verzonden zonder de beslissing op zijn asielaanvraag af te wachten. Eiser heeft op 30 januari 2025 beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag, en de behandeling van dit beroep was gepland op 17 april 2025. De rechtbank oordeelt dat de bewaring niet langer duurt dan noodzakelijk en dat de minister zich heeft ingespannen om de behandeling van het beroep met voorrang te laten plaatsvinden. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om te oordelen dat de bewaring onevenredig bezwarend is voor eiser, ondanks zijn medische situatie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.