ECLI:NL:RBDHA:2025:6750
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- S. Ketelaars - Mast
- Rechtspraak.nl
Bewaring van een vreemdeling in het kader van uitzetting en de rechtmatigheid van de maatregel
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, op 18 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die van Marokkaanse nationaliteit is. De minister van Asiel en Migratie had op 12 februari 2025 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 11 april 2025, waar eiser via telehoren aanwezig was, heeft de rechtbank de zaak behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden en dat er zicht op uitzetting bestaat, ondanks de lopende artikel 64-procedure. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende voortvarend werkt aan de uitzetting van eiser en dat er geen feiten zijn die aanleiding geven om de maatregel van bewaring op te heffen. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen.