Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 april 2025 in de zaken tussen
[eiseres] , v-nummer: [nummer 1] , eiseres,
[kind 1] ,v-nummer: [nummer 3] ,
[kind 3] ,v-nummer: [nummer 5] , en
de minister van Asiel en Migratie
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.
- een brief van 9 november 2021 die de familie in Pakistan heeft verkregen van [persoon C] , de ‘ [naam functie] ’ in [plaats] , waarin deze bevestigt dat eiseres door islamitische extremisten van blasfemie is beschuldigd en zij in verband met de uitgevaardigde fatwa in heel Pakistan voor haar leven moet vrezen;
- een brief van 16 januari 2023 van [persoon B] waarin deze bevestigt dat extremistische moslims in mei 2019 een fatwa tegen eiseres hebben uitgevaardigd en dat hij een kopie van de fatwa aan eiseres heeft verstrekt.
- een document genaamd ‘Vluchtgeschiedenis van de familie [naam familie] ’, opgesteld door [persoon D] , voorzitter van de diaconie van de [naam kerk 2], van sessies die eiseres met [persoon E] , ouderling van die kerk, heeft gehad en waarbij het vluchtverhaal van eiseres is opgetekend;
- een afschrift van een gedeelte van het GZA-patiëntendossier van eiseres van 12 januari 2023.
Gelet hierop heeft de minister de opvolgende asielaanvraag van eisers wederom afgewezen, als kennelijk ongegrond. [9]
kanzijn voor de beoordeling van de asielaanvraag, niet of dit ook daadwerkelijk tot een ander oordeel leidt. [11] 8.3. Dit betekent dat de minister het document Vluchtgeschiedenis inhoudelijk had moeten beoordelen. Dat heeft de minister niet gedaan. Verder volgt de rechtbank eiseres in haar betoog dat zij, gelet op de uitspraak van 4 september 2023, gehoord had moeten worden over de vraag wat zij heeft beoogd met dit document. In de uitspraak van 4 september 2023 staat daarover immers het volgende:
Alhoewel deze motivering de rechtbank niet onlogisch voorkomt, kan hieruit niet zonder meer de conclusie worden getrokken dat het niet geloofwaardig is dat er een fatwa tegen eiseres is uitgevaardigd. Daarbij acht de rechtbank van belang dat, zoals onder 10.1 overwogen, dat de minister weliswaar constateert dat degene die de fatwa zou hebben uitgesproken bestaat, maar daar geen conclusies aan verbindt. Bovendien dient de minister een integrale geloofwaardigheidsbeoordeling te verrichten. Dit betekent dat het fatwa-pamflet beoordeeld dient te worden in samenhang met de overige overgelegde documenten. De rechtbank is van oordeel dat ook ten aanzien van deze documenten sprake is van een motiveringsgebrek. Dit zal zij hieronder toelichten.
11.1. De minister stelt zich op het standpunt dat deze brief niet kan bijdragen aan de geloofwaardigheid van het asielrelaas van eiseres. Daarbij stelt de minister dat de brief niet afkomstig is van een objectieve bron, omdat hij op verzoek van eiseres is opgesteld. Bovendien is niet duidelijk hoe hij weet dat eiseres een goede christen is omdat hij haar niet persoonlijk kent en stelt de minister zich op het standpunt dat haar verklaringen in de eerste en huidige asielprocedure over [persoon F] , de voorganger van [persoon C] , niet met elkaar overeenkomen. Eiseres heeft namelijk in deze procedure verklaard dat zij [persoon C] nog nooit persoonlijk heeft gesproken omdat het in haar cultuur niet is toegestaan om openlijk met andere mannen te praten, terwijl zij in de vorige procedure heeft verklaard dat zij met zijn voorganger, [persoon F] , heeft gesproken toen hij haar kwam ophalen bij het politiebureau.
Conclusie en gevolgen
De minister zal de door eiseres overgelegde documenten opnieuw moeten beoordelen en daarmee hetgeen in deze uitspraak is overwogen mee moeten nemen. Alvorens hij een nieuw besluit neemt zal hij eiseres opnieuw dienen te horen over het document Vluchtgeschiedenis en de daarin gestelde aanranding. De rechtbank ziet geen aanleiding om de rechtsgevolgen in stand te laten of zelf op de aanvragen te beslissen dan wel om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat het aan de minister is om met inachtneming van deze uitspraak een nieuwe beoordeling te maken. De minister zal binnen van twaalf weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak een nieuwe besluiten moeten nemen op de asielaanvragen van eisers met inachtneming van deze uitspraak.