Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 april 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Koerd uit Turkije, had op 1 augustus 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd op 11 december 2024 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser stelde dat hij in Turkije gediscrimineerd werd vanwege zijn etniciteit en vreesde voor vervolging bij het vervullen van zijn militaire dienstplicht. Tijdens de zitting op 27 maart 2025 heeft eiser zijn standpunten toegelicht, bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat hoewel eiser geloofwaardig is in zijn identiteit en de discriminatie die hij ervaart, hij niet heeft aangetoond dat deze discriminatie zodanig ernstig is dat hij niet kan functioneren in de maatschappij. De rechtbank concludeert dat de vrees voor vervolging niet voldoende is onderbouwd en dat de asielaanvraag ten onrechte als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.