ECLI:NL:RBDHA:2025:7078

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
NL25.7809
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 april 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening (VOVO) van een asielzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. A.E. Martinez Linnemann, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Deze aanvraag was door de Minister van Asiel en Migratie, vertegenwoordigd door mr. K. Kanters, op 11 februari 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen had de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening op dezelfde zitting behandeld als een andere zaak (NL25.7808) en heeft na de behandeling onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat de rechtbank in de andere zaak al uitspraak had gedaan, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 april 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.7809
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker
(gemachtigde: mr. A.E. Martinez Linnemann),
en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. K. Kanters).

Procesverloop

Bij besluit van 11 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak NL25.7808, op 8 april 2025 op zitting behandeld. Verzoeker heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. De voorzieningenrechter geeft hiervoor de volgende motivering.
2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.7808, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 8 april 2025 door mr. G.P. Loman, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. B.J. van Rossum, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
08 april 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.