ECLI:NL:RBDHA:2025:7115
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser behandeld dat is ingediend omdat de minister van Asiel en Migratie niet tijdig heeft beslist op de asielaanvraag van 3 oktober 2023. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat partijen geen verzoek hebben ingediend om een zitting te houden. Hierdoor heeft de rechtbank het beroep zonder zitting behandeld en het onderzoek gesloten.
De rechtbank oordeelt dat de minister de beslistermijn rechtmatig heeft verlengd. De asielaanvraag van eiser is ingediend op 3 oktober 2023, en Nederland is pas verantwoordelijk geworden voor de behandeling van deze aanvraag op 30 juni 2024. De beslistermijn eindigt op 30 september 2025. Eiser heeft de minister verzocht om binnen twee weken te beslissen, maar de rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling van 9 januari 2025 prematuur is ingediend, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De minister is niet verplicht om de proceskosten aan eiser te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door rechter A.G.D. Overmars en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen vier weken na de uitspraak een beroepschrift in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als hij het niet eens is met deze uitspraak.