ECLI:NL:RBDHA:2025:7264
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van een Turkse eiser met politieke activiteiten en de beoordeling van zijn asielmotieven door de rechtbank
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2025, met zaaknummers NL24.48149 en NL25.3047, wordt de asielaanvraag van een Turkse eiser beoordeeld. De eiser, die afkomstig is uit Turkije en tot de Koerdische bevolkingsgroep behoort, heeft op 28 mei 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. Hij heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag en tegen de afwijzing van zijn aanvraag op 14 januari 2025 als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, de minister van Asiel en Migratie, buiten de geldende beslistermijn heeft beslist op de asielaanvraag. Hierdoor is het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard, maar is het beroep tegen de afwijzing van de asielaanvraag gegrond verklaard. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen op de aanvraag, rekening houdend met de uitspraak. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de asielmotieven van de eiser, waaronder zijn politieke activiteiten en de problemen die hij ondervindt als HDP-activist, onvoldoende zijn erkend door de verweerder. De rechtbank heeft de geloofwaardigheid van de asielmotieven van de eiser bevestigd en geoordeeld dat de afwijzing van de asielaanvraag onzorgvuldig en ondeugdelijk gemotiveerd was.