ECLI:NL:RBDHA:2025:7267
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van eiser afgewezen wegens kennelijk ongegrond; beroep niet-ontvankelijk
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 13 maart 2025, met zaaknummers NL25.3002 en NL25.3003, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die de Palestijnse nationaliteit heeft, heeft op 9 februari 2024 een opvolgende aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. Deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie op 18 januari 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser heeft verklaard dat hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar Gaza, vanwege problemen met zijn stiefvader en andere familieleden. De rechtbank oordeelt dat eiser geen procesbelang meer heeft, omdat hij met onbekende bestemming uit de opvang is vertrokken en zijn gemachtigde geen contact met hem heeft. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.