Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 april 2025 in de zaak tussen
[eiseres], v-nummer: [nummer], eiseres
de minister van Asiel en Migratie
Samenvatting
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
victim blaming). De minister werpt eiseres ook ten onrechte tegen dat eiseres geen reden heeft om aan te nemen dat haar echtgenoot haar nog zou zoeken. Ter onderbouwing van haar betoog wijst eiseres op het arrest Opuz van het EHRM van 9 juni 2009 [1] en een sociaal onderzoeksrapport van [persoon B].
victim blaming. Ondanks dat dit element geloofwaardig is geacht, leidt dit niet zonder meer tot de conclusie dat aan eiseres een verblijfsvergunning moet worden verleend. De toets die de rechtbank in het geval van eiseres moet verrichten is, zoals onder 5.1 weergeven, of in het algemeen bescherming aan haar kan worden geboden door de Turkse autoriteiten. Als die bescherming in het algemeen aan haar kan worden geboden, dan is het aan eiseres om aannemelijk te maken dat deze bescherming in haar individuele geval niet kan worden gegeven door de Turkse autoriteiten omdat dit bij voorbaat zinloos is. De rechtbank is van oordeel dat deze toets tot een voor eiseres ongunstige uitkomst leidt en legt dat hieronder verder uit.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. S.M. Hampsink, griffier.