ECLI:NL:RBDHA:2025:7743
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.M.A. Vinken
- H.S. van Wessel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige nationaliteit en identiteit
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiser, die stelt Jemenitische en Somalische nationaliteit te hebben, heeft op 31 januari 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend. De minister heeft deze aanvraag op 22 januari 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak op 18 maart 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, maar de minister niet. Eiser heeft verklaard dat hij problemen heeft gehad met Al Shabaab in Somalië en dat hij niet kan terugkeren naar Jemen vanwege de oorlog. De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiser over zijn identiteit, nationaliteit en herkomst niet geloofwaardig zijn. De minister heeft op basis van taalanalyses en inconsistenties in de verklaringen van eiser geconcludeerd dat zijn asielrelaas niet inhoudelijk kan worden beoordeeld. De rechtbank volgt deze conclusie en wijst het beroep van eiser af, evenals het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is informatie gegeven over de mogelijkheid van hoger beroep.