ECLI:NL:RBDHA:2025:7825
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Hazara-jongen met sji'itische achtergrond en risico op vervolging bij terugkeer naar Afghanistan
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 7 mei 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een jongen van Hazara afkomst, die sji'itisch moslim is. De rechtbank oordeelde dat de minister van Asiel en Migratie terecht de asielaanvraag van eiser heeft afgewezen. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat hij bij terugkeer naar Afghanistan in de negatieve belangstelling staat of een reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van eiser over zijn vertrek uit Afghanistan en zijn huidige situatie onvoldoende waren om te concluderen dat hij bescherming nodig heeft. De rechtbank benadrukte dat de enkele mogelijkheid dat eiser bij terugkeer problemen zou kunnen ondervinden, niet voldoende is om een gegronde vrees voor vervolging aan te nemen. Eiser had verklaard dat hij in Afghanistan was geboren en dat hij met zijn ouders en zusje was gevlucht vanwege de Taliban. Echter, de rechtbank vond dat hij niet had aangetoond dat zijn etniciteit of geloofsovertuiging hem bij terugkeer in gevaar zou brengen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Eiser krijgt geen verblijfsvergunning en ook geen vergoeding van proceskosten.