ECLI:NL:RBDHA:2025:8005

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 mei 2025
Publicatiedatum
8 mei 2025
Zaaknummer
NL25.3678
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak

Op 8 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker had tegen een eerder besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat zijn asielaanvraag op 22 januari 2025 had afgewezen, beroep ingesteld. In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg de verzoeker de voorzieningenrechter om een tijdelijke maatregel te treffen terwijl de rechtszaak nog aanhangig was.

De voorzieningenrechter heeft echter vastgesteld dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak met zaaknummer NL25.3677, waarin het beroep van de verzoeker is behandeld. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op het beroep, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. Y. Chakur, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.3678

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. M.S. Nizamoeddin),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 januari 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker afgewezen als ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.3677, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 8 mei 2025 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. Y. Chakur, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.