ECLI:NL:RBDHA:2025:8096
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van ongeloofwaardige identiteit en veilig land van herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, op 7 mei 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, geboren in Casablanca, Marokko, heeft op 4 november 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 12 februari 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft op 14 april 2025 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van eiser als de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is. Eiser heeft zijn identiteit en nationaliteit niet voldoende onderbouwd met objectieve documenten, en zijn verklaringen over zijn problemen met een drugsbende zijn inconsistent en ongeloofwaardig. De rechtbank wijst erop dat eiser niet heeft aangetoond dat hij onder erbarmelijke omstandigheden heeft geleefd, noch dat zijn gestelde dakloosheid invloed heeft gehad op zijn cognitieve functioneren. Bovendien wordt Marokko als veilig land van herkomst aangemerkt, en eiser behoort niet tot de uitzonderingscategorieën die bescherming zouden rechtvaardigen.
De rechtbank oordeelt dat de minister geen aanleiding had om nader onderzoek te doen naar de gestelde zoon van eiser, omdat eiser geen bewijs heeft geleverd van de gezinsband. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken van eiser af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.