In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn asielaanvraag. Eiser had zijn beroep ingediend omdat de minister niet binnen de wettelijke termijn had beslist. Op 21 maart 2025 heeft de minister alsnog een besluit genomen, waardoor het beroep van eiser niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat het beroep geen procesbelang meer had, aangezien de minister inmiddels had beslist. De rechtbank heeft de minister wel veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50, omdat de minister het besluit te laat had genomen. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is openbaar gemaakt op 6 mei 2025.