Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], verzoekerV-nummer: [V-nummer],
de minister van Asiel en Migratie,
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een asielzoeker, die in verband met een voorgenomen overdracht aan Frankrijk op 13 mei 2025 een spoedprocedure had aangevraagd. De verzoeker, die de Syrische nationaliteit heeft, had eerder asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag was niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verzoeker niet aanwezig was op het aangezegde tijdstip van de overdracht, ondanks dat hij op de hoogte was van zijn verplichtingen. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoeker verwijtbaar niet aanwezig was en dat het beroep geen redelijke kans van slagen had. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en kreeg de verzoeker geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.