Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [V-nummer] , eiser
voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Syrische nationaliteit, tegen de vastgestelde geboortedatum bij de inwilliging van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 28 maart 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 19 juli 2024 afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft het beroep op 19 maart 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiser aanwezig was, maar verweerder niet vanwege capaciteitsgebrek.
Eiser stelt dat hij geboren is op [geboortedatum 1] 2006, terwijl verweerder zijn geboortedatum heeft vastgesteld op [geboortedatum 2] 2004, gebaseerd op informatie uit Duitsland. De rechtbank oordeelt dat het besluit ten onrechte is genomen uit naam van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de minister van Asiel en Migratie vanaf 2 juli 2024 bevoegd is. De rechtbank concludeert dat het niet duidelijk is op basis waarvan de geboortedatum op het verblijfsdocument van eiser is vastgesteld, en dat er geen procesbelang is bij het beroep. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij verweerder wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen.
De rechtbank oordeelt dat eiser recht heeft op een vergoeding van zijn proceskosten, die door verweerder moet worden betaald. De uitspraak is gedaan door mr. J.J.P. Bosman, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier, en is openbaar gemaakt op 16 mei 2025.