Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer op het verzet van
[opposant], opposant,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
dat artikel 31, derde lid, derde alinea, onder b), van richtlijn 2013/32 aldus moet worden uitgelegd dat de in die bepaling bedoelde termijn van zes maanden voor de behandeling van verzoeken om internationale bescherming door de beslissingsautoriteit met negen maanden kan worden verlengd wanneer het aantal verzoeken in een kort tijdsbestek aanzienlijk toeneemt ten opzichte van het in de betrokken lidstaat gebruikelijke en voorzienbare patroon, hetgeen een situatie die wordt gekenmerkt door een geleidelijke toename van het aantal verzoeken over een lange periode uitsluit. [5]
Beslissing
- verklaart het verzet gegrond;
- veroordeelt de Staat der Nederlanden in de proceskosten van opposant tot een bedrag van €453,50.