ECLI:NL:RBDHA:2025:8470
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep bewaring gegrond, bezwaar OM tegen uitzetting, zicht op uitzetting ontbreekt
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 april 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.A. Weststrate, had eerder een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de minister van Asiel en Migratie. Deze maatregel was op 28 februari 2025 opgeheven, maar op dezelfde dag opnieuw opgelegd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel. Tijdens de zitting op 30 april 2025 was eiser niet aanwezig, noch zijn gemachtigde, terwijl de vertegenwoordiger van de verweerder wel aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was, maar dat de beoordeling van het voortduren van de maatregel alleen betrekking heeft op de periode na 12 maart 2025. Eiser voerde aan dat er geen zicht op uitzetting was, omdat het Openbaar Ministerie bezwaar had gemaakt tegen zijn uitzetting. De rechtbank concludeert dat er sprake is van een feitelijke belemmering voor de uitzetting, waardoor de maatregel van bewaring onrechtmatig is. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen met ingang van de uitspraakdatum. Tevens is de verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.814,-.