5.1.In het bestemmingsplan “1e herziening Kop van Zuid” staat, voor zover van belang, dat de voorschriften van het bestemmingsplan “De Kop van Zuid” van toepassing blijven en dat daaraan onder meer wordt toegevoegd dat het gehele plangebied is aangewezen als “Archeologisch waardevol gebied”. Op grond van artikel C, tweede lid van de planregels is op deze gronden uitsluitend bebouwing toegestaan voor zover geen bouwwerkzaamheden dienen te worden verricht die dieper reiken dan 2,5 m NAP en tevens een terreinoppervlak groter dan 200 m2 beslaan. Op grond van artikel C, vierde lid, van de planregels is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van het college graafwerkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren die dieper reiken dan 2,5 m NAP en tevens een terreinoppervlak groter dan 200 m² beslaan.
Is sprake van bouwwerkzaamheden in de zin van de Wabo?
6. De rechtbank overweegt dat de werkzaamheden in de Rijnhaven niet kunnen worden aangemerkt als het bouwen van een bouwwerk in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo. Het college heeft toegelicht dat stenen worden gestort in de Rijnhaven om te voorkomen dat het zand waarmee de bodem wordt gedempt wegspoelt. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft in de uitspraak van 8 november 2023geoordeeld dat dit niet kan worden aangemerkt als het bouwen van een bouwwerk. De rechtbank ziet geen aanleiding om anders te oordelen dan de voorzieningenrechter en verwijst naar zijn oordeel. De stenen worden min of meer willekeurig op de bodem gestort en kunnen niet worden aangemerkt als een constructie.Dit betekent dat geen sprake is van het bouwen van een bouwwerk waarvoor een omgevingsvergunning nodig is. De rechtbank overweegt dat de overige dempingswerkzaamheden ook niet kunnen worden aangemerkt als het bouwen van een bouwwerk.
Zijn de dempingswerkzaamheden in strijd met het bestemmingsplan “1e herziening Kop van Zuid”?
7. De rechtbank overweegt dat geen sprake is van strijd met artikel C, tweede lid, van de planregels van het bestemmingsplan “1e herziening Kop van Zuid”. In overweging 6 is al overwogen dat geen sprake is van bouwwerkzaamheden. Evenmin is sprake van overtreding van artikel C, vierde lid, van de planregels. De voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam heeft in de uitspraak van 14 september 2022geoordeeld dat de dempingswerkzaamheden niet kunnen worden aangemerkt als graafwerkzaamheden. De rechtbank ziet geen aanleiding om anders te oordelen dan de voorzieningenrechter en verwijst naar zijn oordeel.
Zijn de werkzaamheden in strijd met de voorschriften van het bestemmingsplan “De Kop van Zuid”?
8. De rechtbank overweegt dat de dempingswerkzaamheden ook niet kunnen worden aangemerkt als gebruik in strijd met de bestemming “Onbebouwd gebied” van het bestemmingsplan “De Kop van Zuid”. De voorzieningenrechters van de rechtbank Rotterdam en Den Haag hebben in de hiervoor genoemde uitspraken al geoordeeld dat de gronden geen exclusieve wateraanduiding hebben. Anders dan eisers stellen, zijn de gronden daarom niet alleen bestemd ten behoeve van water. Er mogen op de gronden ook andere functies komen. De gronden zullen na de dempingswerkzaamheden deels water blijven en deels gaan functioneren ten behoeve van groenvoorzieningen. Beide functies vallen onder de bestemming “Onbebouwd gebied”. De rechtbank ziet geen aanleiding om anders te oordelen dan de voorzieningenrechters en verwijst naar hun oordelen.