Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 mei 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Leiden, het college
Inleiding
De rechtbank komt tot de conclusie dat de motivering van het besluit van het college ondeugdelijk is. Het college heeft de afwijzing van eisers aanvraag van de eenmalige energietoeslag gehandhaafd, op de grond dat zijn inkomenssituatie onduidelijk was, zodat het college het recht op de eenmalige energietoeslag niet kon vaststellen. Eiser heeft in beroep nadere stukken ingebracht waaruit naar voren komt dat hij ten tijde van zijn aanvraag over een inkomen beschikte van meer dan 120% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm. Gelet op artikel 2, derde lid, van de Beleidsregels eenmalige energietoeslag Leiden 2022, heeft eiser om die reden geen aanspraak op de eenmalige energietoeslag. Daarom laat de rechtbank de handhaving van de afwijzing van de aanvraag in stand.
Feiten en procesverloop
Op 17 mei 2022 heeft eiser de eenmalige energietoeslag 2022 aangevraagd.Bij besluit van 22 juni 2022 heeft het college de aanvraag afgewezen. Bij besluit van 2 november 2022 (bestreden besluit) heeft het college het op 27 juli 2022 ontvangen bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Daarom heeft de rechtbank het onderzoek met toepassing van artikel 8:57, derde lid, van de Awb gesloten en de uitspraakdatum bepaald op heden.
Beoordeling
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 2 november 2022;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit geheel in stand blijven;
- bepaalt dat het college het door eiser betaalde griffierecht van € 50,- dient te vergoeden.