ECLI:NL:RBDHA:2025:8571
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in het bestuursrecht met betrekking tot een plaatsingsbesluit van het COa
Op 6 maart 2025 heeft het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) besloten om de verzoeker, een Syrische nationaliteit hebbende man, per 5 maart 2025 in een Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) in Hoogeveen te plaatsen. Tegen dit plaatsingsbesluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer AWB 25/7965, waarover bij een afzonderlijke uitspraak zal worden beslist. De rechtbank heeft het verzoek op 9 mei 2025 behandeld, waarbij zowel de verzoeker als zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van het COa. Na sluiting van het onderzoek op de zitting heeft de rechtbank de zaak beoordeeld.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling verwezen naar artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid biedt om een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed dat eist. Echter, bij uitspraak van dezelfde dag is het beroep met zaaknummer AWB 25/7965 ongegrond verklaard, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening is komen te vervallen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. F. Sijens, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen.