ECLI:NL:RBDHA:2025:8797
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan procesbelang
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 mei 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.I.T. Sopacua, had beroep ingesteld tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat zijn asielaanvraag op 2 maart 2025 was afgewezen. Dit besluit werd aangevuld op 3 maart 2025. Tijdens de zitting op 15 maart 2025 is eiser, ondanks voorafgaand bericht, niet verschenen, terwijl de minister zich liet vertegenwoordigen door mr. C.W.M. van Breda. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk mondeling uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Dit besluit is gebaseerd op de bevindingen dat eiser vrijwillig is teruggekeerd naar zijn land van herkomst, Turkije, en dat hij zijn asielprocedure in Nederland niet wenst voort te zetten. De gemachtigde van eiser heeft aangegeven dat hij geen contact meer heeft kunnen onderhouden met eiser. Hierdoor concludeert de rechtbank dat eiser geen procesbelang meer heeft in de asielprocedure, wat leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter mr. J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier mr. A.S. Hamans.