ECLI:NL:RBDHA:2025:8984

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
NL24.43322
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van Russische eiseres met politieke overtuigingen en activiteiten

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 mei 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Russische eiseres die vreesde voor vervolging door de Russische autoriteiten vanwege haar politieke uitingen en activiteiten. De eiseres, geboren in 1996, heeft in Nederland asiel aangevraagd na haar vertrek uit Rusland in november 2022. Ze heeft kritische berichten over de Russische regering geplaatst op social media, waaronder Instagram, en heeft deelgenomen aan bijeenkomsten van tegenstanders van de Russische regering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrees van de eiseres voor vervolging niet voldoende is onderbouwd door de verweerder, die haar asielaanvraag had afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de eiseres niet onder het risicoprofiel van 'politieke activisten' valt en dat er nieuwe ontwikkelingen zijn die de situatie van de eiseres kunnen beïnvloeden. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van de eiseres. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.43322

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , V-nummer: [V-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. M. Woudwijk),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
(gemachtigde: mr. C. van der Zijde).

Procesverloop

Bij besluit van 30 oktober 2024 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (asielaanvraag) afgewezen als ongegrond.
Eiseres heeft op 5 november 2024 beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
Op 11 november 2024 en 4 februari 2025 heeft eiseres beroepsgronden, vergezeld van nadere stukken, ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 14 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, A.M.J. de Wit als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

Inleiding
1.1.
Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1996 en heeft de Russische nationaliteit.
Zij heeft op 11 december 2022 in Nederland asiel aangevraagd.
1.2.
Eiseres heeft aan haar asielaanvraag – samengevat weergegeven – het volgende ten grondslag gelegd. Eiseres is tegen de Russische regering. Sinds 2019 plaatst zij kritische berichten over de Russische regering op social media (Instagram). Omdat zij vreesde hierdoor problemen te krijgen, heeft zij Rusland in november 2022 verlaten. In Nederland is eiseres doorgegaan met het plaatsen van kritische berichten op social media. Eiseres spreekt zich in haar berichten op social media onder andere uit tegen de oorlog in Oekraïne en tegen politieke moorden op journalisten. Ook heeft zij in een bericht geschreven dat zij hoopt dat Poetin wordt neergeschoten. Verder heeft zij berichten met foto’s geplaatst waarop zij te zien is bij herdenkingsbijeenkomsten naar aanleiding van het overlijden van Navalny, bij bijeenkomsten van andere bekende tegenstanders van de Russische regering en van persoonlijke ontmoetingen met die tegenstanders. Vanwege deze politieke uitingen en activiteiten vreest eiser bij terugkeer naar Rusland voor vervolging door de Russische autoriteiten.
Het bestreden besluit
2.1.
Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven:
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- politieke overtuiging en activiteiten.
2.2.
Verweerder heeft beide asielmotieven geloofwaardig geacht. Deze asielmotieven leveren volgens verweerder echter geen asielgrond op als bedoeld in artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw), omdat op grond daarvan niet aannemelijk is dat eiseres een gegronde vrees voor vervolging heeft als bedoeld in het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen (Vluchtelingenverdrag) of bij terugkeer naar Rusland een reëel risico loopt op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM. Verweerder heeft in dit verband gesteld dat eiseres niet onder het risicoprofiel ‘politieke activisten’ van paragraaf C7/29.3.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc) valt en dat het vanwege het marginale karakter van haar politieke activiteiten en haar beperkte bereik niet aannemelijk is dat zij in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten staat of zal komen te staan. Gelet op het voorgaande heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vw.
Beroepsgronden
3. Eiseres stelt dat zij wel degelijk onder het risicoprofiel ‘politieke activisten’ van paragraaf C7/29.3.2. van de Vc valt. Anders dan verweerder stelt, zijn haar politieke activiteiten niet marginaal en is haar bereik niet beperkt. De Russische autoriteiten zullen haar zonder meer zien als een politiek activist. Verder stelt eiseres dat ook ‘gewone mensen’ die kritiek uiten op social media in Rusland problemen kunnen krijgen met de Russische autoriteiten. Dit heeft verweerder in zijn besluitvorming volgens eiseres onvoldoende onderkend en betrokken. Eiseres heeft in dit verband verwezen naar het Algemeen Ambtsbericht Russische Federatie van maart 2023 (hierna: AA 2023) en het EUAA-rapport ‘The Russian Federation - Politcal opposition’ (hierna: EUAA-rapport), waaruit onder meer blijkt dat de Russische autoriteiten sinds de oorlog in Oekraïne strenger zijn gaan optreden tegen critici en beschikken over een complex ‘tech apparatus of surveillance’ om kritiek op te sporen. Daarnaast heeft eiseres gewezen op 12 zaken van ‘gewone’ Russische burgers die vanwege hun kritiek op de Russische autoriteiten zijn vervolgd. Gelet op dit alles stelt eiseres dat zij bij/na terugkeer naar Rusland, waar zij zich op dezelfde wijze politiek zal blijven uiten, een groot risico loopt om in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten terecht te komen.
Het oordeel van de rechtbank
Geloofwaardige politieke overtuiging en activiteiten
4.1.
Verweerder heeft geloofwaardig geacht dat eiseres tegen de Russische regering is en dat zij politieke activiteiten verricht waarmee zij zich uitspreekt tegen de Russische regering. Haar politieke activiteiten bestaan onder meer uit het plaatsen van kritische berichten over de Russische regering op haar Instagram-account. Inmiddels heeft eiseres ongeveer 100 kritische berichten (onder andere over Poetin en de oorlog in Oekraïne) op haar Instagram-account geplaatst. Haar Instagram-account had ten tijde van het nader gehoor ongeveer 200 volgers; inmiddels zijn dat er ruim 600. Verder heeft eiseres deelgenomen aan herdenkingsbijeenkomsten naar aanleiding van het overlijden van Navalny en heeft zij persoonlijke ontmoetingen gehad met Pavel Kanygin , Ilya Yashin en Ilya Varlamov , bekende tegenstanders van de Russische regering. Over deze ontmoetingen en haar deelname aan de herdenkingsbijeenkomsten voor Navalny heeft zij ook berichten (met foto’s) geplaatst op haar Instagram-account. Voorts heeft zij gedoneerd voor Oekraïne en heeft zij via haar Instagram-account mensen opgeroepen om hetzelfde te doen.
4.2.
Verweerder heeft zich op het standpunt gesteld dat niet aannemelijk is dat eiseres door voormelde geloofwaardig geachte politieke overtuiging en politieke activiteiten bij terugkeer naar Rusland een reëel risico loopt op vervolging of ernstige schade. Doorslaggevend hiervoor is volgens verweerder dat niet aannemelijk is dat eiseres vanwege haar politieke overtuiging en activiteiten in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten staat of, bij terugkeer, zal komen te staan. Eiseres bestrijdt dit standpunt van verweerder.
4.3.
De rechtbank beantwoordt hierna, onder 5.1. en 5.2, eerst de vraag of verweerder zich terecht en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet valt onder het risicoprofiel ‘politieke activisten’. Daarna, onder 6. tot en met 12, gaat de rechtbank in op de vraag of verweerder zich terecht en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat niet aannemelijk is dat eiseres vanwege haar politieke overtuiging en activiteiten in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten staat of, bij terugkeer, zal komen te staan.
Risicoprofiel ‘politieke activisten’
5.1.
In het asielbeleid voor Rusland, neergelegd in paragraaf C7/29.3.2 van de Vc, is bepaald dat verweerder ‘politieke activisten’ aanmerkt als risicoprofiel voor vervolging. Tussen partijen is in geschil of eiseres een ‘politiek activist’ in vorenbedoelde zin is.
5.2.
In het asielbeleid zelf is niet gedefinieerd wat wordt verstaan onder ‘politieke activisten’. Als dit asielbeleid in samenhang wordt bezien met het AA 2023 (p. 17 e.v.) en het recente Thematisch ambtsbericht Russische Federatie van 14 februari 2025 (hierna: TA 2025; p. 56 e.v.) wordt echter duidelijk dat onder ‘politieke activisten’ niet wordt verstaan de ‘gewone burger’ die zich kritisch uitlaat over de Russische regering, maar oppositiepolitici en andere personen die zich op een voor het brede(re) publiek kenbare en van de massa onderscheidende wijze uitspreken en keren tegen de Russische regering. Hoewel de rechtbank verweerder niet kan volgen in zijn standpunt dat de politieke activiteiten en stellingnames van eiseres slechts marginaal van aard zijn (zie in dit verband overweging 11.2.), volgt de rechtbank verweerder wel in zijn standpunt dat de politieke activiteiten van eiseres – het plaatsen van kritische berichten op Instagram, het deelnemen aan bijeenkomsten van bekende tegenstanders van de Russische regering en het ontmoeten van hen – niet onderscheidend genoeg zijn en dat het bereik van eiseres – haar Instagram-account heeft enkele honderden volgers – niet groot genoeg is om haar aan te merken als ‘politiek activist’ in de zin van paragraaf C7/29.3.2 van de Vc. Verweerder heeft zich dus terecht en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt gesteld dat eiseres niet valt onder het risicoprofiel ‘politieke activisten’. De in dit verband aangevoerde beroepsgrond slaagt dan ook niet.
Negatieve belangstelling voor eiseres
6. Tussen partijen is verder in geschil of het aannemelijk is dat eiseres, als ‘gewone burger’ die zich kritisch uitlaat over de Russische regering, in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten staat of, bij terugkeer, zal komen te staan. De rechtbank overweegt dat de beoordeling of aannemelijk is dat eiseres in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten staat of zal komen te staan, uiteenvalt in twee stappen. De eerste stap van de beoordeling is of het aannemelijk is dat de Russische autoriteiten kennis hebben of zullen krijgen van de politieke overtuiging en activiteiten van eiseres. Als deze vraag bevestigend wordt beantwoord, is de tweede stap van de beoordeling of het aannemelijk is dat die kennis zal leiden tot negatieve aandacht van de Russische autoriteiten voor eiseres. De rechtbank zal hierna aan de hand van deze twee stappen, die door verweerder in zijn besluitvorming niet steeds duidelijk zijn onderscheiden, beoordelen of verweerder zich terecht en deugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat niet aannemelijk is dat eiseres in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten staat of zal komen te staan. Daarbij zal de rechtbank eerst ingaan op de actuele situatie en daarna ingaan op de situatie bij/na terugkeer van eiseres naar Rusland
Staat eiseres op dit moment in de negatieve belangstelling?
7.1.
Verweerder heeft zich in het bestreden besluit, mede onder verwijzing naar de overwegingen in het voornemen, op het standpunt gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Russische autoriteiten op dit moment op de hoogte zijn van haar politieke overtuiging en activiteiten, laat staan negatieve aandacht voor haar hebben. Daarbij heeft verweerder erop gewezen dat het Instagram-account van eiseres met 200 volgers slechts een beperkt bereik heeft, dat eiseres in 2019 in Rusland is begonnen met het plaatsen van kritische berichten op Instagram, maar daarop in Rusland nooit is aangesproken en daarvan nooit problemen (ook niet bij haar legale uitreis in november 2022) heeft ondervonden, en dat eiseres verder geen concrete aanwijzingen heeft aangedragen waaruit kan worden afgeleid dat de Russische autoriteiten kennis hebben van haar politieke activiteiten in Nederland.
7.2.
Beoordeeld naar de stand van zaken ten tijde van het bestreden besluit (van 30 oktober 2024) kan de rechtbank voormeld standpunt van verweerder, en de onderliggende motivering daarvan, op zichzelf volgen. Na het bestreden besluit heeft zich echter een relevante nieuwe ontwikkeling voorgedaan. Op 6 november 2024 heeft eiseres namelijk een bijeenkomst in Nederland van Ilya Yashin – een Russische oppositiepoliticus, die in Rusland is veroordeeld tot 8,5 jaar gevangenisstaf en in 2024 onderdeel is geweest van een gevangenenruil tussen Rusland en de Verenigde Staten – bijgewoond. Na afloop van die bijeenkomst heeft eiseres Yashin persoonlijk ontmoet, zijn zij samen op de foto gegaan en heeft eiseres een geschreven persoonlijke boodschap van Yashin ontvangen. Eiseres heeft nadien die foto met Yashin, samen met die persoonlijke boodschap, op haar Instagram-account geplaatst. Vervolgens heeft Yashin die foto, met persoonlijke boodschap, ‘gerepost’ op zijn eigen Instagram-account. Dit heeft er toe geleid dat eiseres 350 nieuwe volgers van haar Instagram-account heeft gekregen. De rechtbank acht het, mede gelet op wat er op pagina 78 van het AA 2023 is vermeld, aannemelijk dat de Russische autoriteiten de handel en wandel van Yashin monitoren. Nu eiseres met foto, voornaam en gekoppeld Instagram-account zichtbaar is in het Instagram-account van Yashin is het niet uit te sluiten dat eiseres daardoor op de radar van de Russische autoriteiten terecht is gekomen. Deze situatie vergt een nader onderzoek en een nadere beoordeling en die zijn door verweerder tot op heden niet verricht.
7.3.
Gelet op voormelde nieuwe ontwikkeling, die op grond van artikel 83a van de Vw door de rechtbank bij haar toetsing is betrokken, en bij gebreke van een nader onderzoek daarnaar en een nadere beoordeling daarvan, is het in het bestreden besluit door verweerder ingenomen standpunt dat niet aannemelijk is dat de Russische autoriteiten op dit moment op de hoogte zijn van de politieke activiteiten van eiseres, laat staan negatieve aandacht voor haar hebben, niet onverkort houdbaar. Hetgeen eiseres in dit verband heeft aangevoerd treft in zoverre doel.
Zal eiseres bij terugkeer in de negatieve belangstelling komen te staan?
8. Hierna toetst de rechtbank – volledigheidshalve en er veronderstellenderwijs van uitgaand dat eiseres thans niet in de negatieve aandacht staat – het standpunt van verweerder dat niet aannemelijk is dat eiseres bij terugkeer naar Rusland alsnog in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten terecht zal komen. Zoals uit overweging 6. volgt, zal eerst worden ingegaan op de vraag of het aannemelijk is dat de Russische autoriteiten bij/na terugkeer van eiseres op de hoogte zullen raken – voor zover zij dat dus niet al zijn – van de politieke overtuiging en activiteiten van eiseres. Daarbij zal de rechtbank onderscheid maken tussen twee situaties, te weten: de situatie op het vliegveld bij terugkeer van eiseres naar Rusland en de situatie na terugkeer van eiseres ín Rusland.
9.1.
Over de situatie op het vliegveld bij terugkeer van eiseres naar Rusland overweegt de rechtbank als volgt.
9.2.
Hoewel eiseres zowel tijdens het nader gehoor (p. 10 NG) als in de zienswijze heeft verklaard dat zij vreest om bij terugkeer op het vliegveld in Rusland te worden ondervraagd over en onderzocht op (onder andere) politieke activiteiten/uitlatingen, is verweerder hierop in het voornemen noch in het bestreden besluit concreet ingegaan. Het bestreden besluit ontbeert reeds daarom op dit punt een zorgvuldige voorbereiding en een deugdelijke motivering.
9.3.
Ter zitting heeft verweerder gesteld dat in het AA 2023 (hoofdstuk 9) staat dat er weinig informatie beschikbaar is over eventuele problemen voor terugkerende Russische staatsburgers naar Rusland. Met deze verwijzing naar het AA 2023 heeft verweerder echter niet alsnog deugdelijk gereageerd op de vrees van eiseres om op het vliegveld te worden ondervraagd en onderzocht. Uit het AA 2023 (p. 85 e.v.) volgt dat kritische uitlatingen over de oorlog in Oekraïne en over de Russische regering, zoals eiseres op haar Instagram-account bij herhaling heeft gedaan, in Rusland bij wet strafbaar zijn gesteld. Gelet hierop lag het op de weg van verweerder om, bij gebreke van beschikbare informatie hierover in het AA 2023, te onderzoeken op welke wijze deze wet- en regelgeving in de praktijk wordt toegepast en uitwerkt (onder andere) ten aanzien van terugkeerders naar Rusland. De rechtbank wijst ter vergelijking op de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 19 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:93 (r.o. 24 e.v.), waarin weer is verwezen naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 4 oktober 2018, Bahtiyar Fathi, ECLI:EU:C:2018:803 (punten 92-99). Dit onderzoek heeft verweerder ten onrechte niet verricht. De rechtbank wijst er verder nog op dat als verweerder dit onderzoek wel zou hebben gedaan, hij zou hebben geconstateerd dat de vrees van eiseres om bij aankomst op het vliegveld in Rusland te worden ondervraagd over en onderzocht op (onder andere) politieke activiteiten/uitlatingen niet uit de lucht gegrepen is. Uit vrij toegankelijke informatie, bijvoorbeeld het nieuwsbericht ‘Russia intensifies border scrutiny for dissidents’ van Deutsche Welle, van 14 maart 2024, volgt dat terugkeerders naar Rusland te maken (kunnen) krijgen met grondige controles (ook van hun mobiele telefoons) onder andere met het oog op hun politieke activiteiten en uitlatingen.
10.1.
Over de situatie na terugkeer van eiseres ín Rusland overweegt de rechtbank als volgt.
10.2.
Eiseres heeft verklaard dat zij na terugkeer in Rusland kritische berichten over de Russische regering zal blijven plaatsen. Verweerder heeft dit in zijn besluitvorming ook aangenomen, maar stelt dat het niet aannemelijk is dat de Russische autoriteiten daarvan op de hoogte zullen raken. Hiertoe heeft verweerder hoofdzakelijk van belang geacht dat eiseres zich voor haar vertrek uit Rusland ook al kritisch heeft geuit op social media, maar dat dit niet tot problemen heeft geleid en dat zij Rusland legaal heeft kunnen verlaten (p. 4-5 voornemen).
10.3.
Deze motivering – waarmee verweerder in feite zegt: “in 2019-2022 waren de Russische autoriteiten niet op de hoogte van de politieke activiteiten van eiseres, dus na terugkeer ook niet” – is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om het standpunt van verweerder te kunnen dragen dat niet aannemelijk is dat de Russische autoriteiten na terugkeer van eiseres op de hoogte zullen raken van haar politieke overtuiging en activiteiten. Verweerder heeft bij zijn beoordeling namelijk niet kenbaar betrokken, terwijl eiseres dat in haar zienswijze wel uitdrukkelijk heeft aangevoerd onder verwijzing naar het AA 2023 (p. 77 en 85 e.v.) en het EUAA-rapport (p. 12), dat na het vertrek van eiseres uit Rusland in november 2022 de ruimte voor kritiek op de Russische regering en dier optreden (onder andere in het kader van de oorlog in Oekraïne) ook voor ‘gewone burgers’ steeds verder is ingeperkt en het aantal vervolgingen van critici steeds verder is toegenomen. In aanvulling op de door eiseres in dit verband aangehaalde bronnen, wijst de rechtbank nog op het recente TA 2025 (p. 46, en 62-64), waarin staat dat in de desbetreffende verslagperiode (maart 2023 tot en met januari 2025) de ruimte voor critici op de overheid nog weer verder is afgenomen. Verder heeft verweerder niet kenbaar bij zijn beoordeling betrokken, terwijl eiseres ook dit uitdrukkelijk in haar zienwijze heeft aangevoerd onder verwijzing naar het EUAA-rapport (p. 12), dat de Russische autoriteiten inmiddels beschikken over een ‘complex tech apparatus of surveillance’ waarmee zij tot in de uithoeken van het land tegenstanders kunnen opsporen.
10.4.
Gelet op het voorgaande overweegt de rechtbank dat verweerder zich in het bestreden besluit onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat niet aannemelijk is dat de Russische autoriteiten na terugkeer van eiseres ín Rusland op de hoogte zullen raken van haar politieke overtuiging en activiteiten.
11.1.
Verweerder heeft in het bestreden besluit (pagina 3) nog vermeld dat hij de politieke activiteiten en stellingname van eiseres marginaal vindt. Het lijkt erop – helemaal duidelijk is dit echter niet – dat verweerder hiermee het standpunt inneemt dat ook als de Russische autoriteiten op de hoogte zullen raken van de politieke activiteiten van eiseres, het niet aannemelijk is dat zij in de negatieve belangstelling van de autoriteiten terecht zal komen, omdat haar politieke activiteiten marginaal zijn (‘stap 2’). De rechtbank overweegt hierover als volgt.
11.2.
In de eerste plaats overweegt de rechtbank dat zij verweerder niet volgt in zijn standpunt dat de politieke activiteiten van eiseres marginaal zijn en dat haar politieke stellingname marginaal van aard is. Eiseres heeft een groot aantal – ongeveer 100 – kritische berichten over de Russische regering op haar Instagram-account geplaatst. Daarin spreekt zij zich onder andere, soms in felle bewoordingen, uit tegen de oorlog in Oekraïne en tegen politieke moorden van journalisten in Rusland, en in enkele berichten heeft zij zelfs geschreven dat zij hoopt dat Poetin wordt vermoord. Dit soort uitlatingen, waarvan zij er dus een fors aantal heeft gedaan, zijn evident strafbaar in Rusland (zie AA 2023, p. 85 e.v. en TA 2025, p. 48 e.v.). Alleen al om die reden kan niet worden gesteld dat de politieke stellingname van eiseres marginaal van aard is. Het Instagram-account van eiseres heeft op dit moment ongeveer 650 volgers. Dit is weliswaar geen heel groot aantal, maar ook weer niet zo klein dat kan worden gesteld dat zij een marginaal bereik heeft. Verder heeft eiseres donaties gedaan voor Oekraïne, bijeenkomsten bijgewoond (en één zelfs medegeorganiseerd) van meerdere bekende tegenstanders van de Russische regering, persoonlijke ontmoetingen met hen gehad en haar steun openlijk voor hen uitgesproken. Alles bij elkaar genomen – het Instagram-account met enkele honderden volgers, het forse aantal kritische berichten, de bijeenkomsten, de ontmoetingen, de steunbetuigingen en de donaties – kunnen de politieke activiteiten van eiseres, hoewel niet zeer omvangrijk, naar het oordeel van de rechtbank niet worden weggezet als marginaal.
11.3.
In de tweede plaats overweegt de rechtbank dat verweerder er onvoldoende blijk van heeft gegeven dat hij heeft onderkend dat niet louter mensen die substantiële politieke activiteiten verrichten de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten genereren. Eiseres heeft in dit verband in haar zienswijze verwezen naar het AA 2023, p. 77, 78 en 89. Daaruit, en uit diverse andere passages in het AA 2023 (zoals p. 22 en 86 e.v.), komt naar voren dat vervolging voor kritische berichten willekeurig en in alle lagen van de bevolking plaatsvindt, dat een eenmalig gedane uiting telt als een voortdurende overtreding en dat ook mensen die niet beroepshalve als activist werken en mensen zonder zichtbaar profiel of activistische voorgeschiedenis op basis van één of meer uitingen op social media (Instagram) worden vervolgd. Verweerder is op deze door eiseres aangedragen informatie, die wordt onderschreven door het recente TA 2025 (onder andere p. 54 e.v.), in het bestreden besluit niet voldoende ingegaan. Verweerder heeft hierover enkel gesteld dat de door eiseres aangehaalde landeninformatie niet specifiek over eiseres gaat, maar daarmee gaat verweerder voorbij aan het punt dat eiseres daarmee heeft willen maken, namelijk dat ‘gewone burgers’ die kritiek uiten op de regering, zoals zij, in Rusland een risico lopen om te worden vervolgd. Eiseres heeft verder in haar zienswijze, in aanvulling op de drie voorbeelden die zijn vermeld op pagina’s 22 en 23 van het AA 2023, nog twaalf zaken genoemd van ‘gewone burgers’ die vanwege het plaatsen van kritische berichten over de Russische regering en de oorlog in Oekraïne op social media door de Russische autoriteiten zijn vervolgd. Hierop is verweerder in het bestreden besluit ten onrechte in het geheel niet ingegaan.
11.4.
Gelet op het vorenstaande, in samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat verweerder zich onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd op het standpunt heeft gesteld dat niet aannemelijk is dat eiseres in de negatieve belangstelling van de Russische autoriteiten zal komen te staan als zij op de hoogte raken van haar politieke overtuiging en activiteiten.
Slotsom
12. Al het vorenstaande, in samenhang bezien, leidt tot de slotsom dat het standpunt van verweerder dat niet aannemelijk is dat eiseres in de negatieve belangstelling staat of, bij terugkeer, zal komen te staan van de Russische autoriteiten niet berust op een zorgvuldige voorbereiding en evenmin op een deugdelijke motivering. De in dit verband aangevoerde beroepsgrond slaagt in zoverre. In het verlengde hiervan ligt dat het standpunt van verweerder dat eiseres geen gegronde vrees heeft voor vervolging vanwege haar politieke overtuiging en activiteiten evenmin berust op een zorgvuldige voorbereiding en een deugdelijke motivering.
Conclusie en gevolgen
13. Het beroep is gezien het voorgaande gegrond. De rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht.
14. De rechtbank ziet geen mogelijkheid om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, omdat de hiervoor geconstateerde gebreken niet in de beroepsfase door verweerder zijn hersteld (zie ook overwegingen 7.3. en 9.3.). De rechtbank zal ook niet zelf in de zaak voorzien, omdat het primair aan verweerder is om een risico-inschatting te maken en te beoordelen of eiseres een gegronde vrees heeft voor vervolging op grond van haar politieke overtuiging en activiteiten. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding voor het toepassen van een bestuurlijke lus, omdat gelet op de aard van de gebreken, de wijze waarop die moeten worden hersteld en de aard en vorm van een eventuele vervolgprocedure bij een nieuw ongunstig besluit voor eiseres, niet valt in te zien dat eiseres op die manier eerder uitsluitsel krijgt in haar zaak dan als verweerder de opdracht wordt gegeven een nieuw besluit op de asielaanvraag te nemen binnen een niet al te lange termijn. De rechtbank zal verweerder dan ook opdragen, met inachtneming van deze uitspraak (meer specifiek de overwegingen 6 tot en met 12), een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag. De rechtbank geeft verweerder hiervoor een termijn van tien weken.
15. De rechtbank ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.814,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 907,- en wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen tien weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van eiseres met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.814,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. F.A. Groeneveld, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Feijtel, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.