In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie vanwege het niet tijdig beslissen op haar aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet binnen de door de rechtbank gestelde termijn van acht weken na de uitspraak van 16 augustus 2024 een besluit heeft genomen. Eiseres had recht op een beslissing binnen deze termijn, en omdat dit niet is gebeurd, is het beroep ontvankelijk en gegrond verklaard. De rechtbank heeft de minister opgedragen om binnen twee weken na de verzending van de uitspraak alsnog een besluit te nemen op de aanvraag. Tevens is er een dwangsom van € 250,- per dag opgelegd voor elke dag dat de minister de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 37.500,-. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het griffierecht van € 194,- moet door de minister worden vergoed. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 16 mei 2025.