In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 januari 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de verlenging van de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse eiser. De maatregel was opgelegd op 29 november 2024 op basis van artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister van Asiel en Migratie onzorgvuldig heeft gehandeld door de maatregel van bewaring te verlengen zonder eiser de gelegenheid te geven om hierop te reageren. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de maatregel onrechtmatig was, omdat de minister in een eerdere brief had aangegeven dat een verlenging niet aan de orde was. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen met ingang van 27 januari 2025. Tevens is aan eiser een schadevergoeding van € 1.700,- toegekend voor de onrechtmatige detentie.