ECLI:NL:RBDHA:2025:9088
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op mvv aanvraag nareis
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 1 mei 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. De rechtbank had eerder, op 29 oktober 2024, bepaald dat de minister binnen acht weken na die uitspraak een besluit moest nemen. Aangezien de minister deze termijn had overschreden, was het beroep ontvankelijk, ook al was er geen ingebrekestelling gedaan door eiser. De rechtbank oordeelde dat de minister binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit moest nemen en legde een dwangsom op van € 250,- per dag voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, met een maximum van € 37.500,-. Daarnaast werd de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50, evenals het griffierecht van € 194,-. De uitspraak benadrukt de verplichting van bestuursorganen om tijdig te beslissen op aanvragen en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichting.