Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [v-nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
4 maart 2024 kon beëindigen en mocht stellen dat geen aanleiding bestond om de beëindiging van de tijdelijke bescherming op te schorten. Gelet op het oordeel van de Afdeling in de hiervoor aangehaalde uitspraken dient die vraag bevestigend te worden beantwoord. De rechtbank is dan ook van oordeel, los van de vraag of de brief van 20 maart 2024 op rechtsgevolg is gericht, dat de minister zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de tijdelijke bescherming met ingang van 4 maart 2024 is geëindigd en geen aanleiding bestond om de beëindiging van de tijdelijke bescherming op te schorten. Het beroep is ongegrond.