ECLI:NL:RBDHA:2025:9223
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van economische motieven en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft eiser, van Marokkaanse nationaliteit, op 6 februari 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 4 maart 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond, met als argument dat de aangevoerde redenen voornamelijk economisch van aard zijn en niet kwalificeren als asielmotieven. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze afwijzing, maar is niet verschenen op de zitting van 9 mei 2025. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig zijn, maar dat de overige aangevoerde redenen niet voldoende zijn om een asielvergunning te rechtvaardigen. De rechtbank heeft echter ook geconcludeerd dat de minister de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen op basis van het beleid dat Marokko een veilig land van herkomst is. De rechtbank heeft het bestreden besluit gedeeltelijk vernietigd, maar de afwijzing op basis van economische motieven in stand gelaten. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 907,- toegewezen.