Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De incidentele vorderingen tot tussenkomst/voeging
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
‘first come, first serve’in het kader van beroep tegen een besluit waarbij een Wbr-vergunning is verleend aan de bestuursrechter ter beoordeling kunnen voorleggen. Nu die procedure heeft te gelden als een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang, zijn daarmee de rechten/belangen van die derden in voldoende mate gewaarborgd. Van schending van het gelijkheidsbeginsel, willekeur en onrechtmatig handelen door het Rijksvastgoedbedrijf is op grond van het voorgaande dan ook geen sprake. Het feit dat een beleidswijziging rondom verzorgingsplaatsen op handen is, rechtvaardigt ten slotte, anders dan Shell betoogt, evenmin de conclusie dat het Rijksvastgoedbedrijf door toepassing van het huidige beleid onrechtmatig handelt.