In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopig deskundigenoordeel. Verzoeker, een ondernemer die vuurwerk verkoopt onder de naam '[handelsnaam]', heeft een verzoek ingediend om een deskundige te benoemen die de schade zou moeten vaststellen die hij heeft geleden door de afwijzing van zijn vuurwerkverkoopvergunning door de Gemeente Den Haag. De Gemeente had eerder de vergunningaanvragen van verzoeker afgewezen, maar na juridische procedures is de vergunning uiteindelijk alsnog verleend. Verzoeker en de Gemeente zijn in overleg getreden over de schadevergoeding, maar er ontstond een geschil over de hoogte van de schade. Verzoeker heeft deskundigen ingeschakeld om de schade te begroten, maar de deskundigen kwamen tot verschillende bedragen door verschillende uitgangspunten te hanteren. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om een deskundigenonderzoek niet ter zake dienend is, omdat de vraag naar de schadehoogte een juridische beoordeling vereist die aan de rechter is voorbehouden. De rechtbank heeft het verzoek van verzoeker om een deskundigenbericht te gelasten afgewezen, omdat het niet mogelijk is om de schade vast te stellen zonder eerst juridische uitgangspunten vast te stellen. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen en de beslissing is openbaar uitgesproken op 22 mei 2025.