Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [v-nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
4 september 2023 zou stoppen. In september 2023 kreeg eiser een brief waarin stond dat hij langer gebruik mocht maken van de rechten van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming [1] en dat dit mocht tot de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) uitspraak zou doen. De Afdeling heeft op 17 januari 2024 uitspraak gedaan.
4 maart 2024 geen recht meer heeft op verblijf in Nederland op grond van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming.
29 januari 2024 op rechtsgevolg is gericht, dat geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat de minister zich ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de tijdelijke bescherming met ingang van 4 maart 2024 is geëindigd. In zoverre is het beroep ongegrond.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. D. Drent, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.