In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de door het college van burgemeester en wethouders van Katwijk verleende omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning en het maken van een uitweg op een perceel in Katwijk. Eisers, die ieder voor een deel eigenaar zijn van de niet-openbare weg naast het perceel, stellen dat de reguliere woning niet is toegestaan volgens het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt echter dat het college zich in redelijkheid op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan ruimtelijk aanvaardbaar is en voldoet aan de gebiedsvisie "Mient Kooltuin". De rechtbank vindt dat het college het aantal verkeersbewegingen voldoende heeft gemotiveerd en dat de vrees voor ongewenste precedentwerking door eisers niet is onderbouwd. Het beroep van eisers wordt ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft op 22 april 2025 de zaak behandeld, waarbij eisers en hun gemachtigde, de gemachtigde van het college, en de vergunninghouder met gemachtigde aanwezig waren. De vergunninghouder had op 6 oktober 2021 een omgevingsvergunning aangevraagd, die op 14 april 2023 werd verleend. De rechtbank concludeert dat eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt, maar dat hun beroepsgronden niet slagen. De rechtbank oordeelt dat de omgevingsvergunning in stand blijft en dat eisers geen vergoeding van proceskosten ontvangen. De uitspraak is gedaan door mr. D.A.J. Overdijk en is openbaar uitgesproken op 27 mei 2025.