ECLI:NL:RBDHA:2025:9541

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 mei 2025
Publicatiedatum
30 mei 2025
Zaaknummer
NL25.9532
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens onbekende verblijfplaats eiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 mei 2025 een mondelinge uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die was afgewezen door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser niet ter zitting is verschenen en zijn verblijfplaats onbekend is. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken, zoals meegedeeld door de verweerder in een brief van 24 april 2025. De gemachtigde van eiser heeft op 22 mei 2025 aangegeven dat hij sinds 2 april 2025 geen contact meer heeft kunnen krijgen met eiser en niet op de hoogte is van diens huidige verblijfplaats. Hierdoor concludeert de rechtbank dat eiser geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. De rechtbank wijst ook het verzoek om vergoeding van proceskosten af, omdat eiser geen recht heeft op vergoeding van de gemaakte kosten. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is geanonimiseerd gepubliceerd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.9532
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. J.W.F. Noot),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. J.R. Vreijsen).

Procesverloop

Bij besluit van 20 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 23 mei 2025 op zitting behandeld in Middelburg. Voor verweerder was zijn gemachtigde aanwezig. Eiser is niet ter zitting verschenen.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om verweerder te veroordelen in de proceskosten af.

Overwegingen

Bij brief van 24 april 2025 heeft verweerder meegedeeld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken. Op 22 mei 2025 heeft gemachtigde van eiser de rechtbank bericht dat hij na 2 april 2025 geen contact meer met eiser heeft kunnen krijgen. Ook is gemachtigde niet op de hoogte van eisers huidige verblijfplaats. Gelet hierop neemt de rechtbank aan dat eiser niet langer prijs stelt op de aanvankelijk gezochte internationale bescherming in Nederland. Eiser heeft daarom geen procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep.
Het beroep is niet-ontvankelijk.
Eiser krijgt geen vergoeding van de door hem gemaakte proceskosten.
Deze uitspraak is op 23 mei 2025 uitgesproken in het openbaar door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. Chakur, griffier, en geanonimiseerd gepubliceerd op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.