ECLI:NL:RBDHA:2025:9640
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en afwijzing eerdere ingangsdatum
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van de verzoekster, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoekster heeft op 29 april 2025 een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP. Tijdens de zitting waren de verzoekster en haar schuldhulpverleners aanwezig. De rechtbank heeft beoordeeld of de verzoekster voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, waarbij gekeken werd naar haar goede trouw en de verwachting dat zij aan de verplichtingen zal voldoen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster aan de eisen voldoet en heeft haar toegelaten tot de WSNP, maar heeft het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de regeling afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de verzoekster niet voldoende had aangetoond dat zij zich maximaal had ingespannen om baten voor de schuldeisers te verwerven. De rechtbank heeft de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf 6 mei 2025, en heeft de bewindvoerder de opdracht gegeven om de post van de verzoekster in te zien gedurende de eerste dertien maanden van de regeling. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met R. Becker, griffier.