ECLI:NL:RBDHA:2025:9660
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek tot oplegging van een dwangakkoord in een schuldregeling
In deze zaak heeft de heer [naam 1] een verzoek ingediend bij de Rechtbank Den Haag om een dwangakkoord op te leggen aan zijn schuldeiser, de heer [naam 2]. De heer [naam 1] verkeert in een problematische schuldensituatie met een totale schuldenlast van € 66.730,95 aan negen schuldeisers. Hij heeft een voorstel gedaan aan zijn schuldeisers, waarbij een deel van de vordering wordt voldaan en het resterende deel wordt kwijtgescholden. De heer [naam 2] is de enige schuldeiser die niet akkoord is gegaan met dit voorstel, wat de heer [naam 1] heeft doen besluiten om de rechtbank te verzoeken het akkoord dwingend op te leggen. De rechtbank heeft op 7 mei 2025 het verzoek van de heer [naam 1] toegewezen, waarbij zij heeft vastgesteld dat de schuldbemiddeling op de juiste wijze is uitgevoerd door de gemeente Den Haag en dat het aanbod van de heer [naam 1] het maximaal haalbare is. De rechtbank heeft daarbij een belangenafweging gemaakt en geconcludeerd dat de weigering van de heer [naam 2] om in te stemmen met de schuldregeling onredelijk is, gezien het feit dat de overige acht schuldeisers wel hebben ingestemd met het aanbod. De rechtbank heeft ook het verzoek van de heer [naam 1] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) afgewezen, omdat het opleggen van het dwangakkoord voor hem een betere uitkomst biedt.