Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [nummer] , eiser
de Minister van Asiel en Migratie, de minister
Procesverloop
Overwegingen
aangehouden. Aansluitend aan deze aanhouding is eiser op 2 april 2025 om 15:41uur overgedragen aan de vreemdelingenpolitie. Hieruit valt af te leiden dat eiser niet in strafrechtelijke
detentieheeft gezeten, waardoor een M122 in eisers geval niet nodig is. De rechtbank overweegt verder dat - voor zover wel sprake zou zijn van een gebrek - niet is gesteld of gebleken dat eiser door het niet uitreiken van het formulier in zijn belangen is geschaad. De beroepsgrond slaagt niet.
3a. Nederland niet op de voorgeschreven wijze is binnengekomen, dan wel een poging daartoe heeft gedaan;
3b. zich in strijd met de Vreemdelingenwetgeving gedurende enige tijd aan het toezicht op vreemdelingen heeft onttrokken;
3c. eerder een visum, besluit, kennisgeving of aanzegging heeft ontvangen waaruit de plicht Nederland te verlaten blijkt en hij daaraan niet uit eigen beweging binnen de daarin besloten of gestelde termijn gevolg heeft gegeven;
3d. niet dan wel niet voldoende meewerkt aan het vaststellen van zijn identiteit en nationaliteit;
(lichte gronden)
4a. zich niet aan een of meer andere voor hem geldende verplichtingen van hoofdstuk 4 van het Vb heeft gehouden;
4b. meerdere aanvragen tot het verlenen van een verblijfsvergunning heeft ingediend die niet tot verlening van een verblijfsvergunning hebben geleid;
4c. geen vaste woon- of verblijfplaats heeft;
4f. arbeid heeft verricht in strijd met de Wet arbeid vreemdelingen.
relevantefeiten en omstandigheden moet betrekken waarmee hij bekend is en dat de omstandigheden dat eiser niet terug wil keren naar Marokko en dat hij een dochter heeft die in Italië bij haar moeder verblijft, niet hoeven betrekken bij de belangenafweging of volstaan kan worden met een lichter middel omdat deze omstandigheden daarvoor niet relevant zijn. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken is dat de minister onzorgvuldig te werk is gegaan. Van persoonlijke omstandigheden die de maatregel onevenredig bezwarend maakten, is de rechtbank evenmin gebleken. De beroepsgrond faalt.
Ambtshalve toets