Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 3 juni 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De maatregel van bewaring was op 25 april 2025 opgelegd door de minister van Asiel en Migratie op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten op 2 juni 2025.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot 7 mei 2025. Eiser stelde dat er geen zicht op uitzetting was binnen een redelijke termijn, omdat er geen presentaties plaatsvinden zonder bevestiging van de nationaliteit. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de verweerder uitzettingshandelingen heeft verricht en dat er geen aanleiding is om te concluderen dat er geen zicht op uitzetting bestaat. Eiser heeft niet aangetoond dat er geen pogingen zijn gedaan om zijn nationaliteit aan te tonen en de rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende voortvarend handelt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.