ECLI:NL:RBDHA:2025:9886

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
5 juni 2025
Zaaknummer
NL24.51882
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Asiel en Migratie

In deze zaak heeft eiser op 14 maart 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag, die op 19 augustus 2023 was ingediend. De rechtbank, zittingsplaats Roermond, heeft op 19 juli 2024 het beroep gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen zestien weken een besluit te nemen. Echter, op 28 december 2024 heeft eiser opnieuw beroep ingesteld omdat er wederom geen besluit was genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er bijzondere omstandigheden zijn, maar dat verweerder eerder al een termijn was gesteld zonder dat er een beslissing was genomen. Daarom is er een nieuwe termijn van twee weken vastgesteld voor verweerder om alsnog een besluit te nemen. De rechtbank heeft ook een rechterlijke dwangsom opgelegd van € 200 per dag, met een maximum van € 15.000, voor elke dag dat de termijn wordt overschreden. Daarnaast zijn de proceskosten van eiser vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp en is openbaar gemaakt op 5 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
Zaaknummer: NL24.51882

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. M.P.J.W.M. Govers),
en
de minister van Asiel en Migratie,voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 14 maart 2024 beroep ingesteld tegen niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 19 augustus 2023.
Bij uitspraak van 19 juli 2024 heeft deze rechtbank, zittingsplaats Roermond het beroep van 14 maart 2024 gegrond verklaard en daarbij verweerder opgedragen om binnen een termijn van zestien weken een besluit op de aanvraag te nemen (ECLI:NL:RBLIM:2024:4633).
Op 28 december 2024 heeft eiser opnieuw beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op de hierboven genoemde aanvraag.

Overwegingen

Voor het wettelijk kader en de aan het beroep ten grondslag liggende overwegingen verwijst de rechtbank naar de aan deze uitspraak gehechte bijlage.
Is de beslistermijn overschreden?
( x) Ja

Is er een correcte ingebrekestelling en is het beroep meer dan twee weken later ingesteld?

( x) Ja
Is het beroep gegrond?(x) Ja
Binnen welke termijn moet verweerder alsnog een besluit nemen?
( x) Er is sprake van bijzondere omstandigheden, de rechtbank heeft verweerder echter eerder al een termijn gesteld zonder dat verweerder heeft beslist. De rechtbank stelt daarom een nadere termijn vast van twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak.
Is er aanleiding om een rechterlijke dwangsom op te leggen?
( x) Ja
Hoe hoog is de rechterlijke dwangsom als verweerder niet binnen deze termijn beslist?(x) € 200 per dag met een maximum van € 15.000.
Is er aanleiding om proceskosten vast te stellen?
( x) Ja
Hoe hoog zijn de te vergoeden proceskosten?De volgende proceskosten worden toegekend:
( x) 1 punt voor het indienen van het beroepschrift
met een waarde per punt van € 907 en een wegingsfactor 0,5.

Beslissing

De rechtbank:
( x) verklaart het beroep gegrond;
( x) draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak een besluit bekend te maken met inachtneming van deze uitspraak;
( x) bepaalt dat verweerder, aan eiser een dwangsom van € 200 verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000;
( x) veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50.
Deze uitspraak is gedaan op 5 juni 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.

Bijlage

De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]
Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
Als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor een beroep tegen niet tijdig beslissen, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk.
Voor zover de ingebrekestelling voor de inwerkingtreding van de Wet herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken is ingediend geldt de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND, waarmee de wetgever de bestuurlijke dwangsom heeft afgeschaft in asielzaken. Dit is niet in strijd met het Unierecht. [4] Indien de ingebrekestelling is ingediend op of na 15 april 2025 is op grond van artikel 71b van de Vreemdelingenwet 2000 geen bestuurlijke dwangsom verschuldigd.
Als verweerder nog geen besluit heeft genomen, bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog moet doen. Verweerder moet dit in beginsel doen binnen twee weken na het verzenden van de uitspraak. [5] Alleen in bijzondere gevallen kan de rechtbank een andere termijn bepalen. [6]
De rechtbank bepaalt dat verweerder bij het overschrijden van de door de rechtbank vastgestelde termijn een dwangsom verschuldigd is voor elke dag waarmee de hiervoor genoemde termijn wordt overschreden. [7] Dit is de rechterlijke dwangsom.
Als eiser is bijgestaan door een rechtsbijstandverlener, stelt de rechtbank een vergoeding vast van zijn kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. [8] De zaak is van licht gewicht als het alleen gaat over de vraag of de beslistermijn is overschreden en/of een dwangsom is verbeurd.
De rechtbank legt een hogere rechterlijke dwangsom op als verweerder niet heeft beslist binnen de termijn die de rechtbank heeft bepaald in een eerdere rechterlijke uitspraak. Indien de eerder opgelegde rechterlijke dwangsom nog niet is volgelopen, bepaalt de rechtbank dat verweerder de aan de onderhavige uitspraak verbonden rechterlijke dwangsom verbeurt met ingang van de dag nadat de eerder opgelegde rechterlijke dwangsom is volgelopen.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State 30 november 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3352.
5.Artikel 8:55d, eerste lid, van de Awb.
6.Artikel 8:55d, eerste en derde lid, van de Awb.
7.Op grond van artikel 8:55d, tweede lid, van de Awb.
8.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht.