5.10.[gedaagden] c.s. hebben tweeëndertig dwangsommen (in totaal € 8.000) aangezegd voor gedragingen van [eiser] in de periode vanaf 13 april 2024 tot en met 9 september 2024. De gestelde overtredingen worden hierna onder r.o. 5.12.1 tot en met 5.12.17 besproken. Hierbij komt aan de orde of de gestelde gedragingen van [eiser] overtredingen opleveren van het Vonnis en of [gedaagden] c.s. op de juiste wijze melding hebben gemaakt.
13 april en 1 mei 2024 (muziek)
5.10.1.Op 14 mei 2024 hebben [gedaagden] c.s. € 500 aan dwangsommen aangezegd voor het afspelen van harde muziek op 13 april en 1 mei 2024. [gedaagden] c.s. hebben op 13 april 2024 via Signal een bericht aan [eiser] gestuurd waarin hij is verzocht de deur dicht te doen als er op dat betreffende volume muziek wordt gedraaid. Met betrekking tot deze melding is een videofragment overgelegd waaruit blijkt dat [eiser] muziek draait met de deur van zijn woning geopend. Ook uit de verklaring van een derde, die op 13 april 2024 in de woning van [gedaagden] c.s. aanwezig is geweest, volgt dat [eiser] luide muziek heeft gedraaid.
5.10.2.[eiser] heeft vervolgens via Signal gereageerd dat de muziek niet harder staat dan zijn eigen stem en dat [gedaagden] c.s. aan het zoeken zijn. Hieruit blijkt niet dat [eiser] de muziek zachter heeft gezet of zijn deur heeft gesloten, zodat hij het Vonnis heeft overtreden en een dwangsom van € 250 heeft verbeurd.
5.10.3.Ook op 1 mei 2024 hebben [gedaagden] c.s. melding gemaakt van harde muziek. Met betrekking tot deze melding hebben [gedaagden] c.s. geluidsopnames overgelegd die vanuit hun woning of tuin zijn gemaakt. Uit de melding blijkt dat [gedaagden] c.s. bij [eiser] hebben geklaagd over geluidsoverlast, hetgeen wordt ondersteund door de geluidsopnames. [eiser] heeft gereageerd dat [gedaagden] c.s. weer aan het zoeken zijn en hem niet meer lastig moeten vallen. Hieruit blijkt niet dat [eiser] de muziek zachter heeft gezet of deuren en/of ramen heeft gesloten, zodat hij het Vonnis heeft overtreden en een dwangsom van € 250 heeft verbeurd.
7 tot en met 25 mei 2024 (fluiten, zingen en neuriën)
5.10.4.Op 27 mei 2024 hebben [gedaagden] c.s. € 750 aan dwangsommen aangezegd voor in totaal zes gedragingen die volgens hen in strijd zijn met het Vonnis (vroeg in de ochtend fluiten, zingen en neuriën met het raam open). [gedaagden] c.s. hebben op 7 en 17 mei 2024 geen melding bij [eiser] gemaakt van de vermeende overlast. Zij hebben een geluidsopname en een videofragment overgelegd waaruit naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende blijkt dat [eiser] het Vonnis heeft overtreden. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling verteld dat hij tijdens het douchen wel eens neuriet, zingt of fluit en dat hij voor de ventilatie een raam in de badkamer heeft open staan. Uit de geluidsbestanden volgt dat het fluiten of neuriën dan hoorbaar is op het erf van [gedaagden] c.s. De aard, ernst en duur van de hinder is echter niet zodanig dat sprake is van onrechtmatige overlast. De rechtbank heeft op de geluidsopnamen normale fluit- en neuriegeluiden waargenomen, waarvan gelet op het volume, tijdstip (meestal tussen 6:45 uur en 7:30 uur in de ochtend) en de duur daarvan niet kan worden gezegd dat die het bestek van normale leefgeluiden te buiten gaan. Gelet op de korte afstand tussen de woningen is onvermijdelijk dat partijen normale leefgeluiden van elkaar horen. De rechtbank merkt daarbij op dat het [eiser] zou sieren als hij het fluiten en neuriën met het open raam zou beperken, gelet op het feit dat zijn buren daar last van hebben.
5.10.5.Voor de vermeende overtredingen op 18 en 19 mei 2024 zijn (onduidelijke) geluidsopnames overgelegd. Daaruit volgt volgens de rechtbank niet dat sprake is van onrechtmatige hinder. Ook hebben [gedaagden] c.s. pas achteraf een bericht naar [eiser] gestuurd dat sprake zou zijn van overlast. Voor de vermeende overtreding op 20 mei 2024 is geen bewijs overgelegd, uitsluitend een bericht waarmee [eiser] wordt verzocht te stoppen met fluiten en neuriën in zijn woning. Hiermee hebben [gedaagden] c.s. naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gesteld dat [eiser] het Vonnis heeft overtreden.
5.10.6.Voor de vermeende overtreding op 25 mei 2024 hebben [gedaagden] c.s. een onduidelijke video overgelegd waarop op de achtergrond fluitende vogels en gefluit van (waarschijnlijk) [eiser] te horen is. Daarmee is volgens de rechtbank geen sprake van onrechtmatige hinder. De rechtbank verwijst naar hetgeen zij hiervoor in nummer 5.10.4 heeft overwogen ten aanzien van het fluiten.
5.10.7.Uit het voorgaande blijkt niet dat [eiser] onrechtmatige hinder heeft veroorzaakt, zodat hij het Vonnis niet heeft overtreden en de dwangsommen van € 750 ten onrechte zijn aangezegd.
5.10.8.Op 26 juni 2024 hebben [gedaagden] c.s. een dwangsom van € 250 aangezegd voor het vroeg in de ochtend fluiten met het raam open op 21 juni 2024. [gedaagden] c.s. hebben een tweetal berichten overgelegd waarmee [eiser] is verzocht om te stoppen met fluiten vanuit zijn woning en een aantal geluidsfragmenten waarop (zacht) gefluit te horen is. De rechtbank oordeelt dat het normale leefgeluiden betreft. [eiser] heeft hiermee geen onrechtmatige hinder veroorzaakt, zodat hij het Vonnis niet heeft overtreden en de dwangsom van € 250 ten onrechte is aangezegd.
5.10.9.Op 10 juli 2024 hebben [gedaagden] c.s. een dwangsom van € 250 aangezegd voor het vroeg in de ochtend fluiten met het raam open op 3 juli 2024. [gedaagden] c.s. hebben een tweetal berichten overgelegd waarmee [eiser] is verzocht te stoppen met overlast veroorzaken en diverse videofragmenten waarop te zien is dat [eiser] zijn achterdeur en badkamerraam op een kier heeft staan en waarop gefluit te horen is. De rechtbank oordeelt dat het normale leefgeluiden betreft. [eiser] heeft hiermee geen onrechtmatige hinder veroorzaakt, zodat hij het Vonnis niet heeft overtreden en de dwangsom van € 250 ten onrechte is aangezegd.
5.10.10.Op 15 juli 2024 hebben [gedaagden] c.s. een dubbele dwangsom van € 500 aangezegd voor onophoudelijk gefluit en het veroorzaken van overlast vroeg in de ochtend op 15 juli 2024. In dit kader zijn twee berichten overgelegd waarmee [eiser] is verzocht te stoppen met overlast veroorzaken en diverse videofragmenten waarop gefluit van [eiser] en vogels te horen is. De rechtbank oordeelt dat het normale leefgeluiden betreft. [eiser] heeft hiermee geen onrechtmatige hinder veroorzaakt, zodat hij het Vonnis niet heeft overtreden en de dwangsommen van € 500 ten onrechte zijn aangezegd.
30 tot en met 31 juli 2024 (fluiten en muziek)
5.10.11.Op 7 november 2024 hebben [gedaagden] c.s. € 500 aan dwangsommen aangezegd voor het vroeg in de ochtend fluiten op 30 en 31 juli 2024 en het draaien van harde muziek op 31 juli 2024. [gedaagden] c.s. hebben een verklaring van derden overgelegd die de woning van [gedaagden] c.s. dagelijks hebben bezocht om de huisdieren te verzorgen gedurende de vakantie van [gedaagden] c.s. Tijdens deze bezoeken is door hen geen gefluit en harde muziek waargenomen.
5.10.12.Ten aanzien van het gefluit zijn zowel berichten waarmee [eiser] is verzocht te stoppen als videofragmenten waarop gefluit te horen is overgelegd. Van onrechtmatige hinder is volgens de rechtbank geen sprake. De rechtbank constateert ten aanzien van het draaien van harde muziek dat een bericht vanuit [gedaagden] c.s. om de muziek zachter te zetten en/of de ramen en deuren te sluiten ontbreekt. De rechtbank oordeelt daarom dat [eiser] het Vonnis niet heeft overtreden. De dwangsommen van € 500 zijn ten onrechte aangezegd.
5 tot en met 22 augustus 2024 (fluiten en muziek)
5.10.13.Op 23 september 2024 hebben [gedaagden] c.s. € 1.000 aan dwangsommen aangezegd voor het driemaal vroeg in de ochtend fluiten en het draaien van harde muziek op 5, 6, 7 en 22 augustus 2024. [gedaagden] c.s. hebben ten aanzien van het gefluit op 5 augustus 2024 diverse videofragmenten en berichten overgelegd. De rechtbank oordeelt dat sprake is van normale leefgeluiden.
5.10.14.Uit de door [gedaagden] c.s. overgelegde geluidsopnames volgt dat op 6 augustus 2024 enkele minuten harde muziek te horen is geweest. [gedaagden] c.s. hebben echter tweeëneenhalf uur later pas een bericht naar [eiser] gestuurd. Het is onduidelijk of [eiser] na ontvangst van dat bericht is doorgegaan met het draaien van harde muziek. Hiermee hebben [gedaagden] c.s. naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gesteld dat [eiser] het Vonnis heeft overtreden.
5.10.15.Voor de vermeende overtredingen op 7 en 22 augustus 2024 zijn een videofragment waarop gefluit te horen is en een bericht aan [eiser] respectievelijk twee geluidsopnames zonder bericht aan [eiser] overgelegd. De rechtbank oordeelt dat sprake is van normale leefgeluiden.
5.10.16.Als gevolg van het voorgaande oordeelt de rechtbank dat [eiser] het Vonnis niet heeft overtreden en de dwangsommen van € 1.000 ten onrechte zijn aangezegd.
23 augustus tot en met 9 september 2024 (fluiten)
5.10.17.Op 23 september 2024 hebben [gedaagden] c.s. € 4.250 aan dwangsommen aangezegd voor het vroeg in de ochtend fluiten en het draaien van harde muziek op 23, 27, 28, 29 en 30 augustus en op 1, 2, 3, 5 en 9 september 2024. [gedaagden] c.s. hebben ten aanzien van deze vermeende overtredingen diverse geluidsopnames maar geen berichten aan [eiser] overgelegd, zodat niet is voldaan aan de vereisten van het Vonnis. De dwangsommen van € 4.250 zijn dan ook ten onrechte zijn aangezegd.
Staking van executie van dwangsommen en terugbetaling