ECLI:NL:RBDHA:2025:9972
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen het niet tijdig beslissen op een asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 28 oktober 2023 behandeld. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat partijen daarmee instemden. De minister van Asiel en Migratie had de beslistermijn voor de asielaanvraag met negen maanden verlengd, wat resulteerde in een totale beslistermijn van maximaal 21 maanden door het Besluit- en Vertrekmoratorium (BVM) dat op 14 december 2024 in werking trad. Eiser heeft de minister op 29 januari 2025 in gebreke gesteld en zijn beroep op 18 februari 2025 ingediend. De rechtbank oordeelt dat het beroep prematuur is, omdat het BVM al van kracht was op het moment van indienen, waardoor de minister niet kon beslissen op de aanvraag. Eiser kan de minister pas na 17 juni 2025 in gebreke stellen, tenzij het BVM eerder eindigt. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.