ECLI:NL:RBDHA:2025:9990
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag wegens internationale bescherming in Roemenië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 mei 2025, wordt de niet-ontvankelijk verklaring van de asielaanvraag van eiser beoordeeld. Eiser, die van Syrische nationaliteit is, heeft op 31 december 2024 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 20 januari 2025 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser internationale bescherming geniet in Roemenië. Eiser is het niet eens met deze beslissing en heeft beroep ingesteld.
De rechtbank oordeelt dat de niet-ontvankelijk verklaring in stand kan blijven. Eiser heeft een status in Roemenië en de minister heeft terecht geconcludeerd dat het redelijk is om van eiser te verwachten dat hij naar dat land terugkeert. De aanwezigheid van de broer van eiser in Nederland, die in afwachting is van zijn asielprocedure, maakt de beslissing van de minister niet onevenredig. De rechtbank legt uit dat de minister niet verplicht is om te motiveren waarom hij eiser niet toelaat tot de asielprocedure in Nederland, ondanks de aanwezigheid van zijn broer.
De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag niet-ontvankelijk heeft mogen verklaren en dat het beroep van eiser ongegrond is. Eiser moet terugkeren naar Roemenië en krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 mei 2025 en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.