ECLI:NL:RBDOR:2005:AU6844
Rechtbank Dordrecht
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake wijziging vestigingsplaats notaris
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Dordrecht op 28 september 2005 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een notaris die bezwaar maakte tegen een besluit van de Minister van Justitie, dat de vestigingsplaats van een andere notaris wijzigde van Dordrecht naar Zwijndrecht. De verzoeker stelde dat deze wijziging zijn marktpositie zou schaden en dat het besluit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met name de artikelen 3:46 en 3:49, omdat het advies van de Commissie van deskundigen en het daarop gebaseerde besluit van de Minister niet gemotiveerd waren.
De voorzieningenrechter overwoog dat, hoewel het besluit niet goed gemotiveerd was, er geen grond was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Dit omdat het gebrek in de motivering bij de heroverweging van het bestreden besluit kon worden hersteld en niet aannemelijk was dat de verzoeker in de periode tot de beslissing op bezwaar verlies van marktpositie zou lijden. De voorzieningenrechter concludeerde dat de verzoeker als belanghebbende kon worden aangemerkt, maar dat de procedurele bezwaren van de verzoeker niet opwekten dat er een voorlopige voorziening getroffen moest worden.
De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, maar veroordeelde de Minister in de proceskosten van de verzoeker, die op € 644,- werden vastgesteld. Tevens werd bepaald dat de Staat der Nederlanden het door de verzoeker betaalde griffierecht van € 276,- diende te vergoeden. Tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.